top of page
Stadsaanleg 2018-2024

Met Ecolo-Groen kiezen we resoluut voor levenskwaliteit voor de Jettenaren, ook de meest kwestbaren. De openbare ruimte in een stad is beperkt en we moeten ze zo eerlijk mogelijk verdelen. Met voldoende ruimte voor ontmoeten, ontspannen, wonen op wandelafstand van groen. Met oog voor de link tussen openbare ruimte en welzijn.

Met ons groen mobiliteits- en ruimtebeleid willen we de klimaatopwarming beperken. Maar we zetten ook in op aanpassing, op de weerbaarheid van mens en natuur: met groen op wandelafstand, met een bomenplan, met waterdoorlaatbare plekken.

 

Een openbare ruimte die uitnodigt en verbindt

Wij maakten werk van een openbare ruimte die wonen en bewegen prettig maakt, ook voor ouderen of mensen met een laag inkomen.

Soms kan dat met kleine ingrepen. We plaatsen een tientallen banken langs voetgangerstracé’s, die het verschil maken voor ouderen of ouders met kleine kinderen. Weten dat je even kan rusten onderweg, geeft soms de doorslag tussen buiten gaan en binnen blijven. We zorgden ook voor aangename voetgangerstracés: met comfortabele en brede voetpaden (met de Theodorstraat als meest opvallende voorbeeld), veilige oversteekplaatsen (inclusief een voetgangers- en fietsersbrug over de Toussaintstraat), specifieke voetgangerswegen (bvb door de renovatie van de trappen en wegeltjes aan de Jectagaarde en Dielegemdreef), meer comfort voor slechtzienden en personen met beperkte mobiliteit (dankzij podotactiele tegels en oversteekplaatsen zonder opstap).

Groene pleintjes op wandelafstand verhogen de levenskwaliteit voor iedereen, en in de eerste plaats voor wie geen tuin heeft of klein woont. 

Vaak is er een link met mobiliteit. Door de mobiliteit anders te organiseren creëren we ruimte voor de buurtbewoners. Een mooi voorbeeld daarvan blijft het Pannenhuispleintje, ooit een rondpunt met een asfaltvlakte rond een eenzame boom, vandaag een ontmoetingsruimte met groen en water. In dezelfde buurt maakte de knip ter hoogte van de Esseghemstraat, Dapperheidsstraat en Lahayestraat het mogelijk een pleintje aan te leggen, opnieuw met ruimte voor water. Zo is er niet alleen minder autoverkeer in de straat, maar ook een rustplek.

 

Nog in dezelfde wijk, werken we in de Loossensstraat aan de link tussen de straat, op zich al aangelegd als woonerf, en de groene ruimte van de gerenoveerde Brelschool. 

Ook in kleine dossiers die de verkeersveiligheid verhogen, integreren we groen en banken. Een paar voorbeelden daarvan zijn het kruispunt Huybreghtsstraat – Wilgstraat en Huybreghtsstraat – Biernauxstraat, maar ook het kruispunt van de Odon Warlandlaan en de Faesstraat.

In de Tuinen van Jette, vergroenen we, met subsidies van het gewest, het Jean-Louis Thijsplein. Dit plein, aangelegd in de jaren negentig, is één stenen vlakte waar zelden iemand blijft plakken. Indien jongeren er dan wel eens gebruik van maken, zorgt de arenavormige aanleg voor het weergalmen van het geluid. 

Voor het Amnestyplein onderzoeken we hoe de ruimte aangenamer te maken. Door het laten vallen van het Lecharlier circulatieplan, hebben we hier helaas vertraging opgelopen. 

Een nieuw pleintje dat wel gerealiseerd is in het Zuiden van Jette is dat aan het Dodenmonument aan de Secretinlaan en Lahayestraat. Het zal, in het kader van de vervrouwelijking van straatnamen het Marie de Villegas de Saint Pierrepark noemen, als eerbetoon aan de schrijfster-verpleegster-verzetstrijdster. Het park is vergroot en de Hongaarse eik, de grootste boom van het Brussels gewest komt veel beter tot zijn recht.

 

Meer plaats voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer

Ieder van ons is in de eerste plaats voetganger en dat vertalen wij in de openbare ruimte. Over de comfortabele voetgangerstracés en veilige kruispunten kon je daarnet al lezen. Sommige straten werden ook aangelegd als woonerf. De oudste daarvan, die dateren van vorige legislatuur, nl de Delathouwerstraat en de Couteauxstraat zijn eigenlijk al wat gedateerd, met nog te weinig groen en een aanleg die de voetganger te weinig uitnodigt de hele straat te gebruiken. De meest recente heraanleg als woonerf is de Hoornaertstraat en die ademt echt de sfeer van gedeelde ruimte uit.

Grote MIVB-dossiers zien wij als een opportuniteit. De renovatie van de tramsporen maakte de heraanleg van de Theodorstraat mogelijk en daarbij was het voor Ecolo-Groen de logica zelve dat de veel te smalle trottoirs verbreed moesten worden zodat voetgangers, waaronder de vele scholieren en mensen die boodschappen doen, zich veilig en comfortabel kunnen verplaatsen. Het meest opvallende fietsdossier van deze legislatuur is ongetwijfeld de fietsers- en voetgangersbrug over de Toussaintstraat, die beide delen van de Photo : BX1 S.M.

Rivierendreef met elkaar verbindt, maar ook de verbinding tussen Ganshoren en Jette aangenamer en veiliger maakt. Op initiatief van Ecolo-Groen diende het college een kandidatuur in bij het Bike Fonds van de Koning Boudewijnstichting. Ook de Toussaintstraat zelf, onder de spoorlijn, is nu aangenamer voor fietsers, maar vooral voor voetgangers die niet meer sterk moeten dalen en stijgen. 

Eveneens aangenamer voor voetgangers en veiliger voor fietsers: de heraanleg van het deel van de Leopold I straat tussen het Spiegelplein en de De Smet De Naeyerlaan die eindelijk voor een echte tegenrichting fiets zorgt

Een ander dossier dat we indienden én binnenhaalden bij de Koning Boudewijnstichting is een nieuw fietspad op de Heilig Hartlaan. Het gaat om een missing link op de gewestelijke fietsroute 12b die in Jette van Belgica tot de De Heynlaan loopt. De gemeente zelf renoveerde eerder al het fietspad op de Crocqlaan en in het kader van de MIVB werken ‘Kerkhof van Jette’ werd fietsinfrastructuur aangelegd op de Secretinlaan en de Ontmijnerslaan. De missing link ter hoogte van twee grote scholen moest dus aangepakt worden. We hebben de financiering rond en de bouwvergunning op zak. Voor de werken zelf is het helaas wachten tot begin 2025 aangezien ze maar kunnen starten wanneer de Theodorstraat en Secretinlaan helemaal afgewerkt zijn. 

Eveneens in het lijstje ‘nog niet geconcretiseerd maar wel al beslist’: de heraanleg van de Serkeynstraat in het kader van de cyclostrade langs lijn 28, het meest recente dossier van Beliris (federale overheid) in onze gemeente. Alweer toonde Jette zich, onder impuls van Ecolo-Groen, een voluntaristische partner waardoor de Serkeynstraat niet alleen een prachtige cyclostrade en voetgangerstracé krijgt, maar ook veel groen, zit- en speelruimte.

 

Jette en de MIVB: goede partners voor de mobiliteit van de Jettenaren

Deze legislatuur werd gekenmerkt door MIVB-werken die ingrijpend waren, maar de mobiliteit van onze inwoners serieus verbeterden, in de eerste plaats de jongeren, de senioren en de meest kwetsbare gezinnen die zich wagen kunnen aanschaffen. Tram 9, ingehuldigd in juni 2018, is een groot succes. De voorbije 5 jaar hebben we de tramrails in de Jules Lahayestraat vernieuwd om ontsporing en trillingen te vermijden. De werken in de Léon Theodorstraat namen veel tijd in beslag omdat Vivaqua de riolering moest herdoen, maar vanaf 6 juli rijdt de tram opnieuw. De werken langs de De Smet De Naeyerlaan en rond het kerkhof verbeterden de dienstverlening voor lijnen 51, 62 en 93. Telkens waren de werken een meerwaarde voor de voetgangers, de fietsers, het groen of het waterbeheer in de straat. 

Heel wat tijd ging ook naar de voorbereiding van dossiers die komende legislatuur geconcretiseerd zullen worden. In het begin van de Carton de Wiartlaan komt de eindhalte van de nieuwe tramlijn 15 die Jette verbindt met de wijk rond Tour & Taxis, het Noordstation en het Centraal station. In het kader van deze werken wordt het Werrieplein heraangelegd. Op vraag van Jette komt daar ook een heraanleg van de Hainautstraat bij om de commerciële pool van Belgica te herdynamiseren. De aanleg van een terminus voor tram 62 langs de muur van het Brugmannziekenhuis, zullen dan weer gepaard gaan met een heraanleg van het Van Gehuchtenplein en de De Greef- en Masoinlaan. Al deze projecten verbeteren niet alleen het aanbod aan snel, betrouwbaar en comfortabel openbaar vervoer in onze gemeente, maar zijn telkens een grote meerwaarde op het vlak van verkeersveiligheid en convivialiteit.

Een constante in ons beleid: Jette zoekt actief middelen voor ambitieuze projecten die onze middelen (financiën of personeel) overstijgen en Jette is een actieve partner voor andere overheden met plannen op het grondgebied van de gemeente. De MIVB-dossiers zijn daar een mooi voorbeeld van. In het kader van de geplande werken aan het Van Gehuchtenplein, drongen we aan om ook de De Greeflaan volledig te renoveren. 

Maar hetzelfde geldt voor de federale overheid (cyclostrades met middelen van Beliris), Europese middelen (dossiers FEDER bvb voor het nieuwe park tussen de spoorlijn en de Essegemsite) en het gewestniveau (duurzaam wijkcontract Magritte-Essegem).

 

En de auto in dit verhaal? 

Bij elke heraanleg denken we aan de veiligheid van de automobilist, met zo weinig mogelijk conflicten en een zo vlot mogelijke doorstroming. Het is belangrijk de openbare ruimte op een eerlijke manier te verdelen tussen alle verplaatsingsmodi. In de praktijk betekent dat vaak dat we voorrang geven aan voetgangers, fietsers en openbaar vervoer. Omdat alleen zo de stad leefbaar blijft voor iedereen. En omdat de wagen decennia lang het grootste deel van de openbare ruimte heeft ingenomen. 

 

Ruimte voor groen

In de visie van Ecolo en Groen had de natuur altijd al een belangrijke plek in de stad. Nu de gevolgen van de klimaatopwarming duidelijk worden, is dit meer dan ooit noodzakelijk.

Door de heraanleg van kruispunten en pleintjes hebben meer Jettenaren een aangename groene plek op wandelafstand: Pannenhuisplein, Huybreghts-Biernaux, Odon Warland-Faes, Essegem-Dapperheidsstraat, Jules Lahayestraat en Blablasquare, Odon Warlandlaan, Secretinpark (waarvan de naam Marie de Villegas de Saint-Pierre zal worden in het kader van de vervrouwelijking van straatnamen) en binnenkort ook het JL Thijsplein. 

Elke heraanleg van een straat zorgde voor meer groen. De bedoeling is op termijn de groene ruimtes met elkaar te verbinden zodat er sprake is van continuïteit. De Lahayestraat en de Moyensstraat zijn er een voorbeeld van. Ook de Broustinlaan zal zo een groene verbinding worden, na de heraanleg waarvoor de bouwvergunning recent werd ingediend.

We maakten ook werk van twee microbossen, waarbij op een kleine ruimte het effect van een bos wordt gecreëerd: aan de hoek Ongenastraat-Serkeynstraat en op het kerkhof.

In een deel van Jette, tussen de Tuinen van Jette en de spoorlijn, realiseerden we, in samenwerking met Sibelga, Brussel Leefmilieu en Natagora, het Bat Light district, met aangepaste verlichting in oranje tinten op maat van de vleesmuizen.

 

Bomenplan

Met subsidies van het gewest konden we een personeelslid aanwerven die werk maakte van een Bomenplan. Alle bestaande bomen werden geïnventariseerd, zowel in de openbare ruimte als op gemeente-eigendom. Niet alleen het type boom, maar ook de omvang van de kruin, wat in tijden van klimaatopwarming belangrijk is. In het verleden werden soms verkeerde boomsoorten geplant of koos men voor dwergvariëteiten. Het bomenplan toont welke bomen op termijn vervangen moeten worden, maar ook welke straten nog geen bomen hebben. Het verschil in groene oppervlakte tussen het noorden en zuiden van de gemeente is opvallend. Op basis van de inventaris maakten we een actieplan en identificeerden we quick wins waarvan de eerste deze winter worden gerealiseerd.

Voor de Essegemsite werkten we, in het kader van het duurzaam wijkcontract, een masterplan uit. De site die vandaag een openluchtparking is, wordt een groene ruimte met plek voor alle leeftijden en verbindingswegen voor voetgangers en fietsers. De wagens kunnen terecht in de ondergrondse parkeergarage die volledig gerenoveerd en beveiligd wordt. Aansluitend werken we aan een extra, langwerpig park langs de spoorweg dat een onderdeel wordt van de fietssnelweg die Brussel-Stad verbindt met Zellik. De NMBS wou hier initieel een immobiliënproject, maar de gemeente bleef strijden voor een groene ruimte die de verbinding maakt tussen de Essegemsite en het Jeugdpark. Voor de aankoop van dit park konden we rekenen op steun van ministers Marron en Gilkinet, maar zoeken we nog extra middelen bij Europa voor de heraanleg.

Meer plaats voor water

Veel meer dan vroeger, besteedden we deze legislatuur aandacht aan waterbeheer. Niet alleen zorgt de ondoorlaatbaarheid van de bodem voor wateroverlast bij intense regenval, het is ook zonde dat zoveel water wegvloeit in de riool en via de riool de Zenne en het kanaal vervuilt in geval van intense regen. We kunnen de bouw van een groot wateropvangbekken vermijden door in te zetten op waterdoorlaatbaarheid. 

Een paar voorbeelden van plekken waar de bodem waterdoorlaatbaar werd, zonder dat het duidelijk zichtbaar is: langs het tracé van tram 9 aan de Tentoonstellingslaan of dankzij waterdoorlaatbare parkeerplaatsen. 

Maar water maakt een stad aangenamer en dus wilden we ook het water ook zichtbaar maken. Het meest opvallende voorbeeld is misschien wel de Moyensstraat, waar we de middenberm omvormden tot een gracht. Maar ook het Pannenhuisplein of de heraanleg van de buurt rond het kerkhof zijn mooie voorbeelden. Het opgevangen water helpt om de beplanting water te geven. We voerden ook een nieuwe premie in voor gezinnen die het water van hun dak willen recupereren in een vijvertje of moeras in de tuin.

Minder onderhoud, meer natuur

Meer groen, zonder dat de onderhoudsploeg uitbreidt, het is geen makkelijke opdracht. Toch vallen beiden te combineren. Door de keuze van de juiste bomen (die zich vrij kunnen ontwikkelen), moeten we niet alleen minder snoeien maar creëren we ook meer verfrissende schaduw. En een aanleg die meer plek laat voor de natuur is minder arbeidsintensief dan het aanleggen van perkjes met eenjarige planten. Om te vermijden dat jonge bomen afsterven in tijden van droogte, werken we met waterzakken waardoor de plantendienst minder vaak moet langsgaan. 

Er was deze legislatuur ook een debat over de serres van onze plantendienst. Moesten we die wel behouden? Voor Ecolo-Groen was het antwoord een duidelijke ja. Het lokaal produceren van onze eigen planten zorgt voor lokale werkgelegenheid en minder vrachtvervoer. Uiteindelijk worden de serres niet alleen behouden, we investeerden ook in een nieuwe, milieuvriendelijke verwarmingsinstallatie op basis van hout, ter vervanging van de oude mazoutketel.

bottom of page